We puffen even uit op de bank onder de olijfbomen. Vogels zien fluitend hoe het gras in hoog tempo verdort. Het is pas tien uur en het zweet gutst me al van het hoofd. Hier In de Romeinse ochtendhitte vergt iedere beweging een bovenmenselijke krachtsinspanning.
Ik wil net gaan ontbijten als de telefoon gaat. Het zijn de verhuizers. Ze kunnen ons huis niet vinden. Eenmaal voor het hek geleid, blijkt de inrit te smal voor hun wagen.